Samen met cultuurwetenschapper en muzikant Loes van Schaijk reisde ik gedurende een half jaar door het land om allerlei mensen te bezoeken die in de ban zijn geraakt van de voor bluegrass typerende combinatie van akoestische snaarinstrumenten, het duizelingwekkende tempo en de gedreven energie, de virtuoze solo’s die de muzikanten om beurten improviseren, de aanstekelijke meerstemmige refreins en het unieke “high lonesome” geluid van de leadzang.
Ik fotografeerde en Loes sprak met muzikanten, boekers en bouwers; amateurs en professionals; pioniers en jonge honden; grijze muizen, hillbillies en hardrockers; traditionalisten, puristen en mensen die voortdurend de crossover zoeken met andere stijlen. Het boek is een verslag van menselijke individualiteit in vijfenzestig foto’s en evenzoveel interviews: bijna honderd kleurrijke karakters in zwart-wit.
Naast het boek resulteerde dit in een rondtrekkende expositie. De werken hingen onder andere in de Centrale Bibliotheek van Amsterdam, in het Burgerweeshuis in Deventer en in de stadsgehoorzaal in Leiden.